Warning: Undefined array key 1 in /customers/3/7/5/qtee.nl/httpd.www/wp-content/plugins/follow/follow.php on line 3873
Warning: Cannot modify header information - headers already sent by (output started at /customers/3/7/5/qtee.nl/httpd.www/wp-content/plugins/follow/follow.php:3873) in /customers/3/7/5/qtee.nl/httpd.www/wp-includes/feed-rss2.php on line 8
Ik heb een beetje gezocht op internet, en gisteren heb ik geprobeerd het geleerde in praktijk te brengen. Ik begon met het schilderen van een schets van een imaginaire boom. De takken willen altijd naar boven, ook als ze zwaar zijn steken de uiteindes omhoog. De takken groeien alle kanten op en zijn grillig van vorm en dikte.
Ik probeerde alvast schaduwpartijen aan te brengen en rekening te houden met hoe de takken lopen. De volgende stap was het toevoegen van loof.
Het resultaat is redelijk goed. Ik vind met name de stam, de vogeltjes, en de tak met bladeren middenrechts goed gelukt. Ik blijf oefenen!
]]>Een pimpelmeesje ziet er toch net een beetje anders uit dan een koolmees! Hij heeft blauwe veertjes in plaats van zwarte. En ook hier is het lastig om witte veertjes te schilderen: eigenlijk schilder je bij aquarelleren de schaduwen van de veertjes, want je laat doorgaans stukjes van het papier leeg waar je wit wilt gebruiken…
]]>Op canvas tekenen en schilderen voelt anders dan op “normaal” aquarelpapier. Het is best een uitdaging om kleine details goed te krijgen, en om goede controle over mijn penseel te houden.
Vandaag ben ik weer verder gegaan met een kleiner werkje. De ansichtkaarten bevallen me goed, ze zijn lekker klein en overzichtelijk, en dus kan ik veel verschillende onderwerpen uitproberen in dezelfde tijd als ik zou besteden aan een groter werk.
Hij is best goed gelukt vind ik! Ik heb geprobeerd om in veel lagen te werken om de kleuren veel diepte te geven. Ik heb alleen rood, geel, blauw en bruin gebruikt om alle kleuren te mengen. Daardoor zit er een mooie eenheid in de kleuren.
]]>De sokken zitten heel ingenieus in elkaar. Je begint bij de teen met de kabel en werkt daarna in het rond verder. De kabels splitsen zich net als de rivier en komen later weer samen, en intussen geven ze vorm aan de sok.
Afgelopen vrijdag was ik klaar, en ze zitten perfect! Weer een paartje voor in de sokkenla. En ik was de zevende van mijn team die klaar was – dus ik ben door naar de volgende ronde (30 mensen mogen door per team)!
]]>Ik heb mijn kwalificatiesokken in ongeveer een week gebreid. Ik heb handgesponnen garen gebruikt – misschien niet zo praktisch, want ze moeten in de handwas, maar het leek me leuk om met mijn zelfgesponnen garen te breien. Ze zijn goed gelukt en passen precies!
Bij deze sokken brei je om en om met de twee garens een toer, waarbij je sommige steken alleen verplaatst. Daardoor wordt een weef-/mozaïekachtig patroon gecreëerd. Heel leuk om te doen!
Afgelopen zondag werden de teams bekend gemaakt. Ik ben geplaatst bij team Kweechah Knotweed. Kweechah betekent “tien” in een Indiaanse taal (een verwijzing naar deze editie van Sock Madness). De teams hebben opeenvolgende beginletters. Het A-team is het langzaamst, het P-team het snelst. Ik zit dus in een redelijk snel team…
Zondagavond, precies toen ik naar bed wilde gaan, kwam het patroon van de tweede ronde uit. De eerste 40 mensen in elk team die de sokken af hebben mogen door naar ronde 3. In elk team zitten ongeveer 50 mensen.
Maandagmiddag had ik eindelijk tijd om met de sokken te beginnen. Het opzetten was nog niet zo simpel! Het was een variatie op Judy’s Magic Cast On. Dat is een methode waarbij je met twee rondbreinaalden steken opzet die tegenover elkaar liggen, zodat je daarna twee kanten op kun breien, zonder zichtbare overgang. In dit geval moest je op de steken van de ene naald ook nog kralen rijgen.
Nu moest ik de steken zonder kralen gaan breien. Na een aantal toeren werden gaatjes gemaakt, daarna volgden nog eens zoveel toeren.
Vervolgens kwam er opnieuw een lastig stukje: de ene naald moest door het werk gehaald worden om het breiwerk dubbel te vouwen, waarna het aan elkaar gezet moest worden. Zo ontstond een picotrand aan de bovenkant van de boord.
Vanaf dat punt werd het makkelijk: gewoon een standaardsok met een leuk patroontje. Het patroon heet Rose & Thorn Sock, en bestaat uit roosjes en doorns (kant en kabeltjes).
De eerste sok was woensdagmiddag klaar, en gisteravond was ik klaar met de tweede sok. Ze passen precies!
In mijn team was ik als twaalfde klaar. De eerste persoon die de sokken af had zat (natuurlijk) in team P, en was al binnen 24 uur klaar! Die heeft vast niks anders gedaan dan sokken breien…
Over anderhalve week begint de volgende ronde. Ik ben erg benieuwd naar wat er gaat komen!
]]>
Mijn vriendin Anna maakt prachtige tekeningen met inkt en kleur, en ik werd door haar geïnspireerd om eens een natte verftechniek te proberen. Tot nu toe heb ik alleen met pastelkrijt, pastelpotlood en gewoon potlood gewerkt – allemaal droge technieken waarbij je redelijk veel controle hebt over het resultaat. Ik besloot om een waterverfsetje te kopen en dat eens te proberen.
Ik had nog een boekje blanco ansichtkaarten liggen en besloot om daarop te werken. De crayons kun je direct (droog) gebruiken, of je kunt ze eerst nat maken. Je kunt ook met de puntenslijper wat materiaal eraf halen en dat aanmaken met een beetje water (of eerst mengen). De kwast die erbij zit is een waterbrush. Heel vernuftig! Het handvat is een reservoir dat je kunt vullen met water, en je maakt de kwast nat door er zachtjes in te knijpen. Het werkt heel handig, en het is heel praktisch als je je spullen ergens mee naartoe wilt nemen.
Het smaakte naar meer, en het werken met de crayons was wel leuk, maar niet heel erg handig. Ik wilde gewoon schilderen. Dus ik probeerde een Sakura Koi-setje met wel 24 kleuren.
Dit was een grote verbetering! Het doosje was ook erg handig: er zit een palet bij dat je links, rechts, of onder aan het doosje kunt hangen, en in het deksel past precies een ansichtkaart. Links zie je mijn kleurenkaart, dit is hoe de kleuren er op papier uitzien. Sommige zijn vrij intens, andere wat meer gegranuleerd, maar in het algemeen zijn ze mooi helder en is het een leuke sortering. Een paar ansichtkaarten die ik heb gemaakt:
Je ziet aan de tekeningen dat het wit dat ik gebruik niet echt transparant is. De kracht van aquarel is dat de verf transparant blijft, zodat je ook kunt mengen door meerdere lagen over elkaar heen aan te brengen. Het licht weerkaatst ook heel mooi op het papier door de verf heen, wat het effect heel helder maakt. De set van Sakura heeft dat effect maar deels (het is een beetje meer als gouache: dekkend).
Dus ik probeerde nog een andere set: een selectie van Winsor & Newton (een goed waterverfmerk) Cotman, de studentversie. Ze hebben ook nog een Professional-versie, met nog puurdere pigmenten, maar de set die ik gevonden had was wel erg aantrekkelijk qua prijs (mogelijk verkeerd geprijsd), dus daar ben ik voor gegaan. Het leuk is dat je alle napjes met verf apart ingepakt krijgt, als kleine snoepjes voor kunstenaars.
Zowel het deksel als de uitklapbare onderkant zijn paletten, dus je hebt ruimte genoeg om te mengen. Beide zijn ook makkelijk los te maken zodat je ze gewoon schoon kunt maken onder de kraan.
Na het uitpakken heb ik opnieuw een kleurenoverzicht gemaakt. Sommige napjes produceren een heel andere kleur dan je verwacht. Kijk bijvoorbeeld eens naar de eerste rij, het derde napje. Het ziet er bruin uit, maar het produceert een prachtige goudkleur. Ik vind de kleurnamen ook erg mooi, ze spreken tot de verbeelding. Met deze set ging ik schilderen op wat groter papier (A4) naast ansichtkaarten. Ik gebruikte nu ook ansichtkaarten met een wat grovere textuur.
Het verschil tussen de Sakura- en de Cotman-verf is niet heel groot, maar toch vind ik de Cotman fijner werken. De combinaties mengen beter, voor mijn gevoel. De grove structuur (cold-pressed) van het papier vind ik soms mooi, maar soms ook niet. Dus ik heb ook een blok hot-press (satiné) papier aangeschaft om te proberen of dat beter werkt.
Ik leer tijdens het werken ook steeds meer over kleuren mengen. Eigenlijk heb je maar zes kleuren nodig om mooi te kunnen schilderen: warm geel, warm rood, warm blauw, koel geel, koel rood en koel blauw. De andere tinten kun je maken door te mengen (en het wit van het papier laat je zichtbaar als je wit wilt). Het is overigens wel handig om iets meer kleuren te hebben, want groen maak je nu eenmaal vaak, en bruin ook, het is wel fijn om die niet altijd te hoeven mengen. Dus heb ik een minisetje Winsor & Newton Professional in huis gehaald. 12 kleuren in halve napjes, een goede basis om het eens te proberen (en betaalbaar).
Het verschil met de Cotman-verf is groter dan ik dacht. Met de Professional heb je veel makkelijker een mooie (onder)wassing, het pigment verdeelt zich wat gelijkmatiger (het is waarschijnlijk ook fijner gemalen). Je hebt dus ook niet veel nodig. Dit is trouwens op glad papier geschilderd. Nu moet ik alle textuur zelf maken, maar ik vind het wel fijn werken.
Ik probeer elke dag iets (kleins) te maken, en dat lukt doorgaans wel. Zeker nu ik mijn eigen werkplekje heb in onze oude rommelkamer (dat was even wat werk!). Naast het raam op het noordwesten, dus perfect voor neutraal licht gedurende de hele dag!
]]>Het resultaat lijkt niet heel erg meer op Isabel, maar nog wel een beetje. Het meisje is iets ouder. Het portret is nog niet helemaal afgewerkt (de muts is bijvoorbeeld nog niet gedetailleerd genoeg), maar ik had op dat moment geen zin meer om verder te gaan. Misschien op een later moment.
]]>Ik heb deze tekening gemaakt met pastelkrijt. De fijnere details gaan doorgaans makkelijker met pastelpotlood vanwege de dunne punt, maar het tekenen met krijt is toch ook wel erg leuk. Het dwingt me anders te kijken, omdat ik niet ieder detail kán vastleggen, en dus moet ik dingen leren suggereren, zoals bladeren, en rimpelend water.
Ik heb expres geen auto’s getekend langs de gracht, omdat ik die gewoon niet mooi vind, en ook de grote flat aan de horizon heb ik weggelaten, zodat er veel meer ruimte in de tekening zit.
Het was erg leuk (en niet makkelijk) om te doen, dus ik ging verder met een fantasielandschap. Ik had Freya geschetst die lag te slapen, maar toen liep ze plotseling weg en had ik geen model meer. Die schets heb ik later weer opgepakt, en ik heb er een heel landschap omheen verzonnen.
Heel leuk om te maken, vooral omdat ik niet gebonden was aan iets. Ik kon gewoon met kleuren spelen, en mijn fantasie in de vrije loop laten.
Tenslotte heb ik nog een iconisch plaatje getekend van De Bomen in Frankenau (de insiders weten welke bomen ik bedoel).
Het leuke is, hoe verder je van het schilderij weg gaat, des te realistischer het lijkt. Ik ben niet helemaal tevreden met de grote wolk, maar het papier was verzadigd, dus meer wijzigingen lukten niet echt. Wel erg leuk om te maken!
]]>