Knossos

Ongeveer 6000 jaar geleden, in de Bronstijd, bestond er op Kreta al een vergevorderde beschaving, die de Minoïsche beschaving wordt genoemd. Deze naam is gegeven door Arthur Evans, een amateur-archeoloog uit Engeland, die het paleis van koning Minos in Knossos heeft opgegraven. Koning Minos was volgens de oude verhalen een zoon van Zeus en Europa, en hij heerste vanuit zijn paleis in Knossos. Hij was zo’n goede koning dat zijn naam de koningstitel werd voor zijn opvolgers. De eerste koning Minos was verantwoordelijk voor de eerste grote marine, een paar generaties voor de belegering van Troje. Hij heerste over Kreta en een groot deel van de Griekse eilanden. Ook was hij verantwoordelijk voor de eerste Kretenzer grondwet.

De kleinzoon van Minos heette ook weer Minos en was een heel ander type dan zijn grootvader. Op een dag wilde hij Poseidon bedanken en hij zwoer dat hij het eerste dat hij tegenkwam zou offeren. Vervolgens kwam hij een prachtige, witte stier tegen, en hij kreeg spijt van zijn eed en offerde in plaats van de witte stier een ander dier. Poseidon liet dat natuurlijk niet op zich zitten, en hij vervloekte de vrouw van Minos, Pasiphaë, zodat zij verliefd werd op de witte stier, om Minos te vernederen. Haar lust voor de stier was zo groot, dat de plaatselijke uitvinder, Daedalos, de opdracht kreeg om een mechanische koe te maken, waar de koningin in kon plaatsnemen. Uit deze onwaarschijnlijke ontmoeting werd later de Minotaurus geboren.

De Minotaurus was een agressief wezen, met het lichaam van een mens en de kop van een stier, en Minos sloot hem op in het Labyrint, een doolhof waarin je gemakkelijk verdwaalde. Ook sloot hij Daedalos en Ikaros (diens zoon) op, omdat zij het geheim kenden, maar Daedalos construeerde vleugels en ze ontsnapten, al verloor hij onderweg Ikaros omdat die te dicht bij de zon vloog. Minos had net Athene de oorlog verklaard, en om vrede af te kopen eiste hij ieder jaar zeven jongens en zeven meisjes op om te voeren aan de Minotaurus. Na een paar jaar is de zoon van de koning van Athene, Theseus, onder de uitverkoren slachtoffers, en hij weet met behulp van Ariadne, de dochter van Minos, de Minotaurus te verslaan.

Het paleis van koning Minos werd in de 19e eeuw ontdekt. De opgravingen van Arthur Evans waren nog niet zo verfijnd en voorzichtig als tegenwoordig, aangezien archeologie toen nog geen erkende wetenschap was. Evans reconstrueerde delen van het paleis ter plekke (veelal met beton) en hoewel dat enerzijds een wat duidelijker beeld geeft van hoe het eruit moet hebben gezien, doet het toch ook wel een beetje pijn, en is het geen wonder dat dit ook wel het “Disneyland van de archeologie” wordt genoemd. Er wordt gezegd dat het paleis zelf het labyrint was, gezien de enorme hoeveelheid kamers, en de steeds haaks op elkaar staande gangen waardoor je snel je oriëntatie verliest.

IMG_9436 IMG_9437 IMG_9440 IMG_9442 IMG_9444 IMG_9445 IMG_9448 IMG_9453 IMG_9454 IMG_9455 IMG_9457 IMG_9458 IMG_9460 IMG_9461 IMG_9463 IMG_9464 IMG_9465 IMG_9467

Wij reden ‘s morgens richting Heraklion, en nog een stukje verder, naar de plek van de opgravingen. We troffen een Nederlands sprekende gids en besloten om haar inderdaad mee te nemen. Het paleis was indrukwekkend. Je probeert je voor te stellen hoe het geweest moet zijn. Er waren toiletten met stromend water, riolering, vloerverwarming en meer uitvindingen die in een stad als Londen pas in de 19e eeuw opnieuw te vinden waren. De Minoïsche beschaving was geavanceerd en indrukwekkend. Het is niet bekend hoe al die kennis opeens verloren is gegaan. Ongeveer 50-100 jaar voor het verdwijnen van de Minoïsche beschaving barstte de vulkaan van Thera uit en veroorzaakte deze veel schade, onder andere door een tsunami. Dit was echter niet het einde van de Minoïsche beschaving. Vermoed wordt dat de Aechaeërs zijn binnengevallen, en dat dat het einde was, maar de archaeologen weten dat niet zeker.

IMG_9469 IMG_9470 IMG_9473 IMG_9475 IMG_9478 IMG_9482 IMG_9483

Na het bezoek aan het paleis wilden we ook nog in Heraklion naar het Archaeologisch Museum, maar toen we daar aankwamen ging het bijna sluiten (twee uur eerder dan normaal), dus was het de moeite niet meer. We wandelden nog wel even naar de haven in Heraklion, en kwamen onderweg nog een prachtige kerk tegen, die op een plek stond waar al duizenden jaren een heilige plaats is. Dan weer een kerk, dan weer een moskee, maar het heiligdom bleef bewaard. De haven viel wat tegen, na het zien van Chania, het was druk (veel auto’s), en erg schreeuwerig, vol reclame enzo.

Geef een antwoord